https://ninkilim.com/articles/israel_bombing_of_the_hotel_sacher_in_vienna/nl.html
Home | Articles | Postings | Weather | Top | Trending | Status
Login
Arabic: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Czech: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Danish: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, German: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, English: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Spanish: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Persian: HTML, MD, PDF, TXT, Finnish: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, French: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Hebrew: HTML, MD, PDF, TXT, Hindi: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Indonesian: HTML, MD, PDF, TXT, Icelandic: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Italian: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Japanese: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Dutch: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Polish: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Portuguese: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Russian: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Swedish: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Thai: HTML, MD, PDF, TXT, Turkish: HTML, MD, MP3, PDF, TXT, Urdu: HTML, MD, PDF, TXT, Chinese: HTML, MD, MP3, PDF, TXT,

De bomaanslag op Hotel Sacher in Wenen 1947: Terrorisme in de schaduw van het imperium

In de broze vrede na de Tweede Wereldoorlog hunkerde Europa naar stabiliteit. Steden lagen in puin, overlevenden bouwden hun leven opnieuw op en de belofte van internationale samenwerking schitterde in het puin. Toch verdween het geweld niet, zelfs niet amid deze fragiele herstelling. In de nacht van 15 februari 1947 ontplofte een bom in de kelder van het beroemde Hotel Sacher in Wenen — een aanslag waarvoor de zionistische paramilitaire groep Irgun Zvai Leumi de verantwoordelijkheid opeiste.

Het hotel, dat dienstdeed als Brits militair en diplomatiek hoofdkwartier in de stad, liep ernstige structurele schade op. Meerdere Britse personeelsleden raakten gewond — sommige rapporten spraken van tot drie gewonden — en de explosie scheurde opslagruimtes en kantoren aan flarden. De Oostenrijkse politie en Britse inlichtingendienst onderzochten snel en koppelden de bomaanslag aan afgezanten van de Irgun die toen in Europa actief waren. De aanval maakte deel uit van een bredere propaganda- en wraakcampagne tegen Britse doelen in het buitenland, bedoeld om te protesteren tegen het naoorlogse beleid van Londen om Joodse immigratie naar Palestina te beperken.

De boodschap van de explosies was ondubbelzinnig: politiek terrorisme had de oorlog overleefd. De Irgun, die streed voor het einde van de Britse heerschappij in Palestina, had zijn campagne buiten het Midden-Oosten uitgebreid tot in het hart van naoorlogs Europa. De keuze van het doelwit — een historisch luxehotel dat toen als Brits commandocentrum fungeerde — zorgde ervoor dat de daad ver buiten Oostenrijk zou weerklinken.

Hoewel overschaduwd door dodelijkere aanslagen zoals de bomaanslag op het King David Hotel in Jeruzalem in 1946, verdient het incident in Wenen herinnering om wat het vertegenwoordigt: de heropkomst van terrorisme als politiek instrument in een wereld die nog rouwde om zijn doden. De bomaanslag op Hotel Sacher was geen bevrijdingsdaad; het was een aanval op de rechtsstaat — een gevaarlijke herinnering dat de doelen van gerechtigheid nooit worden gediend door de middelen van terreur.

Een stad in transitie: Wenen en de naoorlogse orde

Wenen in 1947 was een verdeelde, uitgeputte stad. Ooit de schitterende hoofdstad van een imperium, nu verdeeld tussen vier bezettingsmachten — de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk en de Sovjet-Unie. De Britten runden hun belangrijkste militaire hoofdkwartier vanuit het elegante Hotel Sacher, tegenover de Staatsopera. Onder zijn kristallen kroonluchters en fluwelen gordijnen coördineerden officieren de wederopbouw, inlichtingen en het bestuur van de Britse zone in Oostenrijk.

Het contrast tussen pracht en verwoesting was schrijnend. Geallieerde luchtaanvallen tijdens de oorlog hadden bijna een vijfde van de woningvoorraad van Wenen vernietigd. Tienduizenden waren dakloos, en juist in deze geladen atmosfeer van naoorlogse spanningen, ontheemding en wrok sloeg de Irgun toe.

De aanval en de nasleep

In de vroege uren van 15 februari 1947 ontplofte een krachtige tijdbom, verborgen in een koffer, in de kelder van Hotel Sacher. Getuigen herinnerden zich explosies die het gebouw deden schudden en glas over de straat deden breken. Britse autoriteiten beveiligden de locatie snel, weigerden commentaar op verdachten en verklaarden slechts dat “kofferbommen met beperkte lading” verantwoordelijk waren.

De Oostenrijkse politie startte een parallel onderzoek en deelde inlichtingen met het Britse commando. Hun rapporten koppelden de explosie aan Irgun-operateurs die met valse documenten door Centraal-Europa reisden — een netwerk dat al betrokken was bij anti-Britse activiteiten in Italië en Duitsland.

Twee weken later verspreidden Irgun-afgezanten in Wenen brieven waarin ze de verantwoordelijkheid voor de bomaanslag opeisten. De groep verklaarde de aanval als protest tegen de Britse immigratiebeperkingen en als deel van hun campagne tegen “Brits imperialisme” in Europa. Hun boodschap was koel pragmatisch: bewijzen dat de Britse macht niet alleen in Palestina, maar overal waar zijn vlag wapperde, kon worden aangevallen.

Dit was geen oorlog tussen legers; het was berekende dwang door angst. Het feit dat slechts weinigen gewond raakten, verzacht de aard ervan niet. De bom werd geplaatst in een gebouw dat werd gedeeld door militair personeel, hotelpersoneel en burgers — mensen die geen rol speelden in het Mandaatconflict duizenden kilometers verderop.

Een netwerk van geweld: Irgun-operaties in Europa

De aanval op Hotel Sacher maakte deel uit van een bredere extraterritoriale geweldscampagne die de Irgun in de laatste jaren van het Britse Mandaat voerde. Van 1946 tot 1947 organiseerde of inspireerde de groep een reeks aanslagen op Britse installaties door heel Europa — de bomaanslag op de Britse ambassade in Rome (1946), sabotage van transportlijnen in Italië en Duitsland, en kleinere terreurdaden in bezette gebieden.

Hoewel de meeste Irgun-operaties gericht waren op overheids- of militaire doelen, brachten ze vaak burgers in gevaar, waardoor het morele onderscheid tussen verzet en terrorisme vervaagde. De bomaanslag op het King David Hotel in juli 1946, die 91 mensen doodde — waaronder Joden, Arabieren en Britten — belichaamde deze ambiguïteit. De Irgun rechtvaardigde het als een slag tegen een militair commando; de wereld veroordeelde het als massamoord.

De bomaanslag in Wenen deelde dezelfde logica. De leiders zochten wereldwijde aandacht, geen militaire overwinning. De beoogde slachtoffers waren psychologisch: het Britse commando, de internationale publieke opinie en de broze vrede van naoorlogs Europa. In die zin slaagde het — een herinnering aan een getraumatiseerd continent dat ideologie en geweld nog niet begraven waren.

Reactie en onderzoek

Britse functionarissen waren voorzichtig in hun publieke reactie. Een woordvoerder beschreef het incident maar weigerde verdachten te bespreken. Achter de schermen koppelden inlichtingenofficieren het onmiddellijk aan eerdere sabotagebedreigingen van zionistische militanten. Er waren geen arrestaties, en geen daders werden ooit geïdentificeerd.

Later vrijgegeven Britse inlichtingenrapporten lijstten de bomaanslag op onder “Joodse subversieve activiteiten in Europa” (PRO, KV 3/41, 1948). Het onderzoek eindigde stilzwijgend — een weerspiegeling niet van onverschilligheid, maar van uitputting. Na jaren van wereldwijd conflict had de wereld weinig trek in nieuwe vijanden.

De morele prijs van terrorisme

De tactieken van de Irgun lokten scherpe veroordeling uit. Britse en Amerikaanse functionarissen bestempelden ze als terroristische daden. De ethische veroordeling van de bomaanslag op Hotel Sacher is duidelijk. Bom plaatsen in een civiele structuur in een neutrale Europese hoofdstad, ver van elk slagveld, was een terreurdaad — opzettelijk, vooraf gepland en onverdedigbaar.

Het richtte zich niet op soldaten in gevecht, maar op het concept van civiele vrede zelf. Het ontbreken van massale slachtoffers verzacht de immoraliteit niet; de daad was ontworpen om te terroriseren en te intimideren, niet om te bevrijden of te verdedigen. In moderne termen past de aanval bij elke grote definitie van terrorisme: politiek gemotiveerd geweld door een niet-statelijke actor, die clandestiene methoden gebruikt om regeringen via angst te beïnvloeden.

Echo’s in de Brits-Israëlische betrekkingen

De erfenis van Irgun’s geweld reikte ver buiten Wenen. De bitterheid die het in Britse kringen creëerde, duurde decennia. Toen Israël in 1948 onafhankelijkheid uitriep, was de Britse terugtrekking geen elegante afsluiting van een mandaat — het was een terugtrekking getekend door woede en verlies.

De herinnering aan aanslagen zoals King David en Sacher bleef in politieke en koninklijke houdingen. Koningin Elizabeth II, die vier jaar na de bomaanslag in Wenen de troon besteeg, bezocht nooit Israël tijdens haar 70-jarige regeerperiode. Analisten wijten dit aan diplomatieke voorzichtigheid en de wens van het Foreign Office om Arabische bondgenoten niet te beledigen.

Toch onthulde voormalig Israëlisch president Reuven Rivlin in 2024 dat de koningin privé Israëliërs zag als “terroristen of zonen van terroristen”. Haar woorden, hoe hard ook, weerspiegelden een blijvend trauma uit de mandaatjaren — toen Britse soldaten, diplomaten en burgers doelwit waren van een terreurcampagne.

Hoewel het incident bij Hotel Sacher zelf klein was, maakte het deel uit van dit continuüm — een symbolische aanval die bijdroeg aan de erosie van vertrouwen tussen Groot-Brittannië en de Joodse nationalistische beweging. Het toonde aan dat de frontlinies van extremisme niet langer beperkt waren tot koloniale gebieden; ze konden Europa zelf bereiken.

Veroordeling en reflectie

Terrorisme kan niet worden gerechtvaardigd door politieke doelen. De bomaanslag op Hotel Sacher, hoewel vaak vergeten, staat als waarschuwing. Het was een misdaad tegen orde en moraliteit.

De leiders van de Irgun, waaronder Menachem Begin, traden later toe tot de mainstream politiek — zelfs tot het hoogste ambt in de Israëlische staat. Toch blijft de morele schaduw van hun methoden. Een natie geboren uit terrorisme draagt een schuld die niet gemakkelijk kan worden afgelost.

Vandaag wordt terrorisme universeel veroordeeld onder internationaal recht — niet alleen om zijn fysieke schade, maar om zijn corruptie van menselijke fatsoen. De bomaanslag op Sacher, zoals de aanval op de ambassade in Rome of de catastrofe bij King David, was een klein hoofdstuk in een lang verhaal van geweld. Het herinneren eraan is belangrijk niet om wonden te heropenen, maar om een waarheid te bevestigen die in de 20e eeuw met moeite is verworven: geweld tegen onschuldigen, in welke zaak dan ook, is verraad aan de gerechtigheid zelf.

Conclusie: Een les uit Wenen

Hotel Sacher staat vandaag als monument voor Weense elegantie, zijn naam meer geassocieerd met chocolade dan met oorlog. Toeristen drinken koffie waar ooit Britse officieren vergaderden, onwetend dat in 1947 zijn kelder beefde van een terroristische bom.

Het gebouw overleefde — net als Wenen, Oostenrijk en een Europa dat vastbesloten was de verwoesting achter zich te laten. Maar de morele schok blijft — zwak maar duurzaam, een herinnering dat geweld echo’s nalaten lang nadat de rook is opgetrokken.

De bomaanslag op Hotel Sacher is een herinnering dat zelfs in tijden van politieke wanhoop het opzettelijke gebruik van terreur geen moed is, maar lafheid — een bekentenis dat overreding en gerechtigheid hebben gefaald. In 1947, zoals nu, definieerde de keuze tussen geweld en menselijkheid niet alleen bewegingen, maar het morele weefsel van naties.

Bronnen

Impressions: 28